Een man ketent een andere man vast aan de muur van zijn huiskamer, amputeert zijn penis, snijdt hem vervolgens de keel door en bewaart delen van het lijk in de diepvriezer om er in de weken die volgen van te eten. Wat dit waar gebeurde voorval pas echt intrigerend maakt, is dat het slachtoffer zijn behandeling geheel vrijwillig heeft ondergaan.
De maagd Marino is geen reconstructie van de feiten, maar een reactie erop. In zijn nieuwe roman maakt Yves Petry het bizarre aannemelijk en het gruwelijke verteerbaar. Met alle literaire verbeelding en middelen waarover hij beschikt, laat hij het slachtoffer postuum aan het woord en zet hij deze duistere folie à deux in een verrassend romantisch licht.
Recensie(s) NBD|Biblion recensie De vijfde roman van deze auteur (1967) is gebaseerd op de zaak van 'de kannibaal van Rotenburg', die in 1996 een schok in Duitsland veroorzaakte. Het verhaal opent met het eindpunt: de theatrale, krankzinnige maar ook bloedernstige sterfscene van een gedrogeerde man, Bruno Klaus. Volledig volgens afspraak wordt hij vastgebonden, ontmand, in stukken gesneden en begraven door Marino Mund, zijn beul en minnaar (!). Vanaf hoofdstuk 2 wordt de plaats van schrijven duidelijk: de cel van Marino, enige tijd na zijn proces. Tot en met hoofdstuk 26 volgen we de levenslopen van deze contrastrijke personages: Bruno, de levensmoede literatuurdocent, die gelooft in de superioriteit van de perfecte stijl, en Marino, passief, ziekelijk moederskind en eeuwige maagd. Fascinerend is dat de lezer wordt meegezogen in het waanidee dat niet Marino, maar Bruno de ik-zegger is die het verhaal vertelt. Het onderhoudende, tegendraadse verhaal over eenzaamheid, de schoonheid van het leven en de kracht en onmacht van literatuur overtuigt door de efficiente, intelligente en poetische stijl en de psychologische diepgang. Gebonden; normale druk. (NBD|Biblion recensie, L.A.A. Kruse) (source: Bol.com)