nl

Louis Couperus

  • Bram Van Langenhar citeratför 7 månader sedan
    En zij klepte met hare wiekjes, zwak. Het waren, aan hare schoudertjes teêr, twee wiekjes, als van een heel groote kapel, doorschijnende vlies, karmozijn bestuifd en zachtgeel, azuurtjes en rozig geaderd, waar ze vasthechteden aan haar rug, en op ieder wiekje gloeiden twee oogen, zooals op den staart van een pauw,
fb2epub
Dra och släpp dina filer (upp till fem åt gången)